Een lap stof vol symboliek

Die lap stof over de avondmaaltafel of de kansel is je vast al eens opgevallen. En dat deze van tijd tot tijd van kleur veranderd vast ook. Maar waar dient deze eigenlijk voor?

Het heet het antependium (letterlijk: voorhangsel) en is een onderdeel van de liturgische aankleding van de dienst en komt in verschillende vormen en maten. Van oudsher door de katholieken gebruikt om het altaar extra uitstraling te geven, waar de eerste protestanten niets van wilden weten. In protestantse kerken ging het er aanvankelijk soberder aan toe. Pas in de jaren 20 van de twintigste eeuw veranderde dit en kwam er meer kleur in de protestantse kerken. In protestantse kringen kwam meer aandacht voor het liturgisch kerkjaar en de bijbehorende rituelen en kwam er ook aandacht voor de symbolen en gebruik van kleuren.

Kleuren

Het liturgisch kerkjaar kent 4 kleuren: Paars, wit, groen en rood. Elke kleur heeft zijn eigen betekenis:

  • Groen: het liturgisch kerkjaar is overwegend groen. Deze kleur symboliseert groei en hoop, het goede leven, verwachting. Groene antependia worden vooral gebruikt na de kerstperiode (dus vanaf 6 januari) tot Aswoensdag, en in de periode tussen Pinksteren en Advent, een overwegend feestloze tijd in het kerkelijk jaar.
  • Paars is de kleur van soberheid, bezinning, inkeer, rouw en boete. Deze kleur wordt gebruikt tijdens Advent, omdat dit de tijd is waarin de kerk stilstaat bij de komst van Christus. Op de derde zondag van Advent wordt vaak een lichtere kleur paars gebruikt, bijna roze. Die symboliseert de vreugde omdat Kerst bijna aanbreekt. Tijdens de Veertigdagentijd is paars opnieuw de liturgische kleur. 

Paars als kleur van de soberheid is eigenlijk bijzonder, want vroeger was paars – purper – zo’n beetje de duurste kleur. Hij kon alleen worden gemaakt met pigment uit de klieren van een bepaalde soort slakken. Paarse stof was daardoor meer waard dan goud. De drager kreeg er automatisch een bijzondere status door. Wie het kon betalen – koningen, keizers, kerkelijke heersers – had duidelijk aanzien. 

  • Wit is de kleur van reinheid, nieuw leven, bevrijding, licht, feest en vernieuwing. Deze kleur is de dominante kleur tussen de verschillende feesten en seizoen door: vanaf Kerst tot en met 6 januari en tussen Pasen en Pinksteren. 
  • Rood is de kleur van vuur en inspiratie en verwijst naar de heilige Geest. Traditioneel wordt deze kleur alleen ingezet tijdens Pinksteren. Sommige gemeenten gebruiken de kleur ook bij het bevestigen van ambtsdragers in een nieuwe functie.

Bron: Protestantse Kerk (www.protestantsekerk.nl)